Les échelles y afférentes sont ‘sévérité de la douleur’, ‘interférence de la douleur’ (avec la vie quotidienne), ‘maîtrise de la douleur’, ‘support social’, ‘perturbations émotionnelles’ (peur affective).
Schalen die daarop betrekking hebben zijn ‘ernst van de pijn’, ‘interferentie door de pijn’ (met het dagelijks leven), ‘controle over de pijn’, ‘sociale steun’, ‘emotionele ontreddering’ (affectieve angst).