Il est donc également conseillé de veiller à une bonne hydratation du patient (voir rubrique 4.9) et, en présence d’un cathéter vésical, de vérifier régulièrement si cette sonde n’est pas obstruée.
Het is dan ook aangewezen toe te zien op een goede hydratatie van de patiënt (zie rubriek 4.9) en, bij aanwezigheid van een blaassonde regelmatig na te gaan of deze sonde niet verstopt is.