Pour le soignant, une interruption des activités professionnelles lors de toute maladie aisément contagieuse (comme la gale, l’impétigo, l’érysipèle, la rougeole, la varicelle, la tuberculose, …) est indispensable.
Voor de zorgverlener is een onderbreking van de beroepsactiviteiten geboden bij elke gemakkelijk besmettelijke ziekte (zoals schurft, impetigo, wondroos, mazelen, varicella, tuberculose, …) onontbeerlijk.