26. Les carcasses, parties de carcasses et les abats définitivement reconnus ou déclarés impropres à la consommation humaine ou déclarés nuisibles sont, si nécessaire, mis hors d'usage en présence et suivant les instructions du vétérinaire officiel, par l'exploitant de l'abattoir ou de l'établissement où l'expertise a eu lieu.
26. Karkassen, delen van karkassen en slachtafval die definitief ongeschikt voor de menselijke consumptie worden bevonden of verklaard of schadelijk worden verklaard, worden, zo nodig, in aanwezigheid en volgens instructie van de officiële dierenarts, onbruikbaar gemaakt door de exploitant van het slachthuis of de inrichting waar de keuring heeft plaatsgevonden.