Traduction de «étaient positifs » (Français → Néerlandais) :

TERMINOLOGIE

Définition: Trouble caractérisé par une altération significative des modes de comportement qui étaient habituels au sujet avant la survenue de la maladie; les perturbations concernent, en particulier, l'expression des émotions, des besoins et des pulsions. Le tableau clinique peut, par ailleurs, comporter une altération des fonctions cognitives, de la pensée, et de la sexualité. | Personnalité pseudopsychopathique organique Pseudodébilité organique Psychosyndrome de l'épilepsie du système limbique Syndrome (des):frontal | lobotomisés | post-leucotomie
Omschrijving: Een stoornis die wordt gekenmerkt door een belangrijke verandering van het gebruikelijke premorbide-gedrag van de betrokkene, waarbij de uiting van emoties, behoeften en impulsen is betrokken. Stoornis van cognitieve functies en denkfuncties en veranderde seksualiteit kunnen eveneens deel uitmaken van het klinische beeld. | Neventerm: | frontalekwabsyndroom | limbisch-epileptische persoonlijkheidssyndroom | lobotomiesyndroom | organisch-pseudogeretardeerde persoonlijkheid | organisch-pseudopsychopathische persoonlijkheid | postleukotomiesyndroom

positif (a et sm) | positif
positief | aanwezig

coque Gram positif
Gram-positieve coccus

sang occulte dans les selles : positif
fecaal occult bloed: positief

test Mantoux : positif
positieve mantouxtest

lymphome B diffus à grandes cellules positif au virus Epstein-Barr chez les personnes âgées
EBV-positieve DLBCL bij ouderen

bacille Gram positif
Gram-positieve bacillus

contrat pour un comportement positif
contract aangaan met patiënt voor stellen van positief gedrag

positif au Staphylococcus aureus résistant à la méthicilline
methicillineresistente staphylococcus aureus positief

bâtonnets Gram positifs non sporulés
niet-sporenvormende Gram-positieve staafjes

TRADUCTIONS EN CONTEXTE

Vingt % étaient positifs pour seulement un des quatre types, 5% pour deux types, et seulement 1.2% positifs pour trois types et seulement 0.1% était positif pour les quatre types au début de l’étude.
Twintig procent was positief voor slechts één van vier types, 5% voor twee types, 1,2% voor de drie types en slechts 0,1% was positief voor alle vier types bij aanvang van de studie.

Wachs et al. ont constaté que 1 receveur de rein sur 42, 3 receveurs de foie sur 6 et 0 receveur de cœur sur 7 étaient positifs pour les HBsAg après une transplantation provenant de donneurs positifs pour les Ac anti-HBc, négatifs pour les Ac anti- HBs et négatifs pour les HBsAg (Wachs et al., 1995).
Dit geldt vooral voor besmette donorlevers, minder voor nieren en hart. Wachs et al. stelden vast dat 1/42 nierreceptoren, 3/6 leverreceptoren en 0/7 hartreceptoren HBsAg positief werden na de transplantatie van donoren die anti-HBc As positief, anti-HBs As negatief en HBsAg negatief waren (Wachs et al., 1995).

Bien que 5,8% et 3,9% des patients ont présenté des tests positifs au développement d’anticorps se liant respectivement au romiplostim et à la TPO, seuls 2 patients (0,4%) étaient positifs aux anticorps neutralisant l’activité du romiplostim ; ces anticorps n’ont pas provoqué de réaction croisée avec la TPO endogène.
Hoewel respectievelijk 5,8% en 3,9% van de proefpersonen positief was voor het ontwikkelen van aan romiplostim bindende antistoffen en TPO, waren slechts 2 proefpersonen (0,4%) positief voor romiplostim neutraliserende antistoffen, maar deze antistoffen vertoonden geen kruisreactie met endogeen TPO.

Lors de la réalisation de nouveaux tests sur le donneur, 48 heures plus tard, ceux-ci étaient positifs en raison du remplissage d’immunoglobulines provenant de sites extravasculaires.
Bij hertesten van de donor 48 uur later waren de testen echter positief door een hervulling van de immunoglobulines vanuit extravasculaire plaatsen.

Sur 22 patients négatifs pour le CMV ayant reçu des allogreffes cutanées cadavériques, 5 étaient positifs pour le CMV (22,7 %) et présentaient des preuves de maladie virale (pneumonie à CMV, fièvre, hépatite, diarrhée).
Van 22 CMV-negatieve patiënten die kadaver huidallogreffes kregen, werden er 5 CMV-positief (22,7 %) met evidentie van virale ziekte (CMV pneumonitis, koorts, hepatitis, diarree).

Aux Pays-Bas, parmi les donneurs de sang, 10 (0,021 %) nouveaux donneurs étaient positifs pour le HCV, 21 (0,045 %) pour le HBV et aucun pour le HIV en 2009 (Sanquin, 2009).
In Nederland bleken er anno 2009 onder bloeddonoren 10 (0,021 %) nieuwe donoren positief te zijn voor HCV, 21 (0,045 %) voor HBV, en geen voor HIV (Sanquin, 2009).

La pratique du dopage chez les pigeons semble sous contrôle : sur 216 contrôles en 2004, seuls 2 étaient positifs.
Bij de duiven lijkt het dopinggebruik onder controle te zijn: van de 216 controles in 2004 waren er slechts 2 positief.

Rapport BIRN) Lors d’accidents de roulage où une détection a été effectuée 28 % étaient positifs à l’alcool et 8,5% aux benzodiazépines.
Verslag BIRN) waarbij controles werden uitgevoerd zijn 28 % gevallen positief bevonden op alcohol en 8,5% op benzodiazepines.

Dans le sous-groupe de patients avec des récepteurs hormonaux positifs (n = 545), les hazard ratios pour la PFS et l’OS étaient respectivement de 0,72 (IC à 95 % [0,58 – 0,91]) et de 0,62 (IC à 95 % [0,46 – 0,85]).
In de subgroep van patiënten met hormoonreceptorpositieve ziekte (n=545) waren de hazard ratio's voor PFS en OS respectievelijk 0,72 (95% BI: 0,58; 0,91) en 0,62 (95% BI: 0,46; 0,85).

En général, les patients testés positifs en anticorps IgG étaient plus susceptibles de souffrir de réactions liées à la perfusion que les patients testés négatifs.
Over het algemeen was de kans op infusiegerelateerde bijwerkingen groter bij patiënten die positief testten op IgG-antilichamen dan bij degenen bij wie de test niet positief was.