Selon une extrapolation des résultats d'une étude pharmacocinétique portant sur l'utilisation de kétoconazole chez 7 patients, il faut envisager une réduction de 50 % de la dose de docétaxel si l'état des patients nécessite la coadministration d'un puissant inhibiteur du CYP3A4, p. ex. les antifongiques azolés, le ritonavir et certains macrolides (clarithromycine, télithromycine).
Op basis van extrapolatie uit een farmacokinetisch onderzoek met ketoconazol bij 7 patiënten valt een dosisverlaging met 50% voor docetaxel te overwegen als de patiënten de gelijktijdige toediening vereisen van een sterke CYP3A4- remmer zoals azolantimycotica, ritonavir en sommige macroliden (claritromycine, telitromycine).