20. Si l’abattoir n’a pas d’installations fermant à clé pour l’abattage d’animaux malades ou suspects, les installations utilisées pour l’abattage de ces animaux doivent être nettoyées et désinfectées sous contrôle officiel avant la reprise de l’abattage d’autres animaux.
20. Indien het slachthuis niet over afsluitbare voorzieningen voor het slachten van zieke of verdachte dieren beschikt, dienen de voorzieningen voor het slachten van deze dieren onder officieel toezicht te worden gereinigd, gewassen en ontsmet, vóórdat het slachten van andere dieren wordt hervat.