S’agissant de la condition liée au caractère usuel du traitement envisagé, elle a jugé que, pour être acceptable, cette condition ne peut se baser sur la prise en considération «des seuls traitements habituellement pratiqués sur le territoire national et des seules conceptions scientifiques du milieu national», sous peine de privilégier, en fait, les prestataires de soins néerlandais.
In verband met de voorwaarde die te maken heeft met het gebruikelijke karakter van de beoogde behandeling, heeft het Hof geoordeeld dat deze voorwaarde, om aanvaardbaar te zijn, niet alleen kan steunen op het in beschouwing nemen van “de behandelingen die op nationaal grondgebied gewoonlijk worden toegepast en het wetenschappelijk inzicht van de nationale medische kringen”, op gevaar af de Nederlandse zorgverleners in feite te bevoordelen.