En cas d'hypotension ou de bradyarythmie persistantes, on aura recours à une injection intraveineuse d'une dose de 0,3 à 0,5 mg d'atropine, à répéter si nécessaire, toutes les 15 minutes, sans dépasser la dose de 1,5 à 2 mg chez l'adulte et 0,5 mg à 1 mg chez les enfants (dose moyenne chez l'enfant de 10 à 20 μg /kg).
In geval van persisterende hypotensie of persisterende bradyarythmie wordt een intraveneuze injectie van 0,3 tot 0,5 mg atropine toegepast, indien nodig te herhalen met een interval van 15 minuten, zonder de dosis van 1,5 tot 2 mg bij de volwassenen en 0,5 mg tot 1 mg bij kinderen te overschrijden (gemiddelde dosis bij kinderen: van 10 tot 20 μg/kg).