L
orsque le forage descend jusquà plus de 50 m en dessous de la surface du sol, l'exploitant communique les informations suivantes à la division compétente pour les eaux souterraines, nonante jours au plus tard après le début de lactivité de forage : 1° le but du forage; 2° le rapport de forage avec un
e description de la nature des aquifères traversés; 3° la description de la composition géologique des couches, dans la mesure où celles-ci sont connues; 4° la description technique de léquipem
ent utilisé dans le trou ...[+++] de forage; 5° la profondeur des eaux souterraines au repos après développement du puits par rapport à la surface du sol; 6° les mesures prises en vue d'éviter la pollution de l'environnement en général et celle des eaux souterraines en particulier; 7° la représentation cartographique à échelle 1/250 avec indication de références visibles sur le terrain.Wanneer het gaat om een boring met een diepte van meer dan 50 m ten opzichte van het maaiveld, bezorgt de exploitant, uiterlijk negentig dagen na het boren, de volgende gegevens aan de afdeling, bevoegd voor grondwater : 1° het doel van de boring; 2° het boorverslag met een be
schrijving van de aard van de aangeboorde lagen; 3° de geologische beschrijving van de lagen, voorzover deze bekend zijn; 4° de technische beschrijving van de uitrusting van het boorgat; 5° de diepte van het grondwater in rust na de putontwikkeling ten opzichte van het maaiveld; 6° de maatregelen die werden getroffen ter voorkoming van verontreiniging van het l
...[+++]eefmilieu in het algemeen en van het grondwater in het bijzonder; 7° de ligging op een kaart op schaal 1/250 met aanduiding van op het terrein waarneembare referenties.