Art. 2. L'utilisation de semences ou de plants de pommes de terre qui n'ont pas été obtenus selon le mode de production biologique est uniquement autorisée s'il a été satisfait aux dispositions du présent arrêté, de l'arrêté du 12 décembre 2008 et aux dispositions du règlement (CE) n° 834/2007 du Conseil du 28 juin 2007 relatif à la production biologique et à l'étiquetage des produits biologiques et abrogeant le règlement (CEE) n° 2092/91 et à ses dispositions d'exécution.
Art. 2. Het gebruik van zaaizaad of pootaardappelen die niet overeenkomstig de biologische productiemethode zijn verkregen, is alleen toegestaan als aan de bepalingen van dit besluit, het besluit van 12 december 2008 en verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad van 28 juni 2007 inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten en tot intrekking van Verordening (EEG) nr. 2092/91 en de uitvoeringsbepalingen ervan is voldaan.