(6) Dans son avis relatif à la proposition de loi visant à modifier la loi du 29 octobre 1846 organique de la Cour des comptes (do c. Chambre nº 618/3 - 95/96), qui prévoit en son article 2 que la Cour des comptes procède aux analyses de gestion demandées par le bureau de la Chambre, le conseil a encore affirmé que le mode suivant lequel la Chambre des représentants exerce ses attributions est fixé, en vertu de l'article 60 de la Constitution, par son règlement; il n'appartient donc pas à la loi d'attribuer une compétence particulière au bureau de cette Chambre.
(6) In zijn advies over het wetsvoorstel tot wijziging van de organieke wet van 29 oktober 1846 op de inrichting van het Rekenhof (Stuk Kamer, nr. 618/3 - 95/96), dat in artikel 2 bepaalt dat het Rekenhof de beheerscontroles uitvoert waar het bureau van de Kamer om verzoekt, stelde de raad nog : « de wijze waarop de Kamer van volksvertegenwoordigers haar bevoegdheden uitoefent, wordt krachtens artikel 60 van de Grondwet door haar reglement bepaald; het staat dus niet aan de wet om aan het bureau van deze Kamer een bijzondere bevoegdheid toe te kennen».