3° dans le mois d'expiration de chaque trimestre civil, remettre au bureau compétent visé à l'article 1, alinéa 2, une déclaration en double exemplaire, datée et certifiée conf
orme à ses actes et écritures, faisant connaître, pour le trimestre écoulé, d'une part, le nombre d'exemplaires des actes et écrits assujettis au droit en vertu de l'article 8, 1°, 2° ou 4°, du Code, qui
ont été dressés ou acceptés par lui et, d'autre part, le nombre d'arrêtés et d'extraits de compte assujettis au droit en vertu de l'article 8, 3°, du Code, qu'i
...[+++]l a dressés.
3° binnen de maand na het verstrijken van elk burgerlijk kwartaal op het bevoegde kantoor bedoeld in artikel 1, tweede lid, een in twee exemplaren opgestelde, gedateerde en met zijn akten en geschriften gelijkvormig verklaarde aangifte indienen die laat kennen, voor het verlopen kwartaal, enerzijds het aantal door hem opgemaakte of aanvaarde exemplaren van de akten en geschriften onderworpen aan het recht ingevolge artikel 8, 1°, 2° of 4°, van het Wetboek, en anderzijds, het aantal door hem opgemaakte afsluitingen en uittreksels uit rekening onderworpen aan het recht ingevolge artikel 8, 3°, van het Wetboek.