Article 1. Est rendue obligatoire la convention collective de travail du 5 juillet 2001, reprise en annexe, conclue au sein de la Commission paritaire de la construction, fixant le montant, le mode de financement, les modalités d'octroi et de liquidation de la participation du " Fonds de sécurité d'existence des ouvriers de la construction" aux frais décaissés par les organisations syndicales en matière d'accomodations de vacances et socio-culturelles.
Artikel 1. Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, tot vaststelling van het bedrag, de wijze van financiering, de modaliteiten voor de toekenning en de vereffening van de bijdrage van het " Fonds voor bestaanszekerheid van de werklieden uit het bouwbedrijf" in de door de syndicale organisaties uitbetaalde onkosten met betrekking tot socio-culturele en vakantieaccomodatie.