28. est d'avis que l'interdiction de la torture et des traitements inhumains et dégradants, de même que la protection de la dignité humaine, entraîne l'interdiction de l'acharnement thérapeutique, le renforcement des soins palliatifs, le respect de la volonté du patient telle qu'exprimée par exemple par un testament de vie; demande aux États membres d'examiner la possibilité de modifier en ce sens les lois relatives à la fin de la vie en réglementant l'euthanasie;
28. is van oordeel dat het verbod van folteringen en van onmenselijke of vernederende behandelingen, ook een verbod van het onbeperkt voortzetten van behandeling, intensivering van palliatieve zorg evenals inachtneming van de wens van de patiënt, als vastgelegd in bijvoorbeeld een laatste wilsbeschikking, moet inhouden; verzoekt de lidstaten na te gaan of de regelgeving inzake levensbeëindiging in die zin kan worden aangepast en een euthanasieregeling kan worden vastgesteld;