Selon ses articles 2, paragraphe 1, et 4, cette directive s'applique ainsi à toute activité économique non salariée, fournie normalement contre rémunération par un prestataire établi dans un Etat membre, qu'il soit installé ou non de manière stable et continue dans l'Etat membre de destination, sous réserve des activités expressément exclues (CJUE, 11 juillet 2013, Femarbel, C-57/12, points 31 et 32).
Volgens de artikelen 2, lid 1, en 4, is die richtlijn aldus van toepassing op elke economische activiteit, anders dan in loondienst, die gewoonlijk tegen vergoeding wordt verricht door een in een lidstaat gevestigde dienstverrichter, ongeacht of deze al dan niet duurzaam in de lidstaat van bestemming is gevestigd, met uitzondering van uitdrukkelijk uitgesloten activiteiten (HvJ, 11 juli 2013, Femarbel, C-57/12, punten 31 en 32).