C. Vu les termes dans lesquels l'Organisation internationale du travail définit le travail des « aides de ménage et nettoyeurs domestiques », à savoir « balayer, passer l'aspirateur, laver et cirer les sols, laver la vaisselle, acheter les provisions et divers articles ménagers, cuisiner, servir les repas et accomplir toutes sortes de tâches connexes »;
C. Gezien de definitie van de Internationale Arbeidsorganisatie die het werk van « huishoudelijke hulpen en schoonmakers » als volgt definieert : « zij vegen, stofzuigen, wassen en wrijven de vloer, zorgen voor de was, doen inkopen en schaffen voor het huishouden noodzakelijke producten aan, bereiden het eten, dienen de maaltijden op en verrichten allerlei huishoudelijke functies »;