A l'issue du tirage au sort visé au paragraphe 1, le président du bureau principal provincial procède immédiatement, pour chaque district provincial de la province, à un tirage au sort distinct en vue d'attribuer pour les élections provinciales un numéro d'ordre aux listes qui n'ont pas obtenu de numéro d'ordre commun, conformément à l'article 63, § 1.
Na de loting, vermeld in paragraaf 1, houdt de voorzitter van het provinciaal hoofdbureau onmiddellijk voor elk provinciedistrict van de provincie een afzonderlijke loting om voor de provincieraadsverkiezing de volgnummers toe te kennen aan de lijsten die niet van een gemeenschappelijk volgnummer, conform paragraaf 1 of artikel 63, zijn voorzien.