Le numéro de la première période de mesure est utilisé pour indiquer la période aux fins de l’analyse (par exemple, en cas de combinaison d’échantillons provenant des périodes 9, 10, 11 et 12 pour obtenir un échantillon unique en vue de l’analyse, le numéro de période attribué à cet échantillon est 9).
In dit geval moet het nummer van het eerste meetinterval worden gebruikt voor het aangeven van de periode waarop de analyse betrekking heeft (bijvoorbeeld: wanneer de monsters voor de intervallen 9, 10, 11 en 12 ten behoeve van de analyse tot een enkel monster worden gecombineerd, wordt aan dit monster het intervalnummer 9 toegekend).