IV. - Biens indemnisables Art. 8. Sans préjudice des dispositions de l'article 9, peuvent seuls donner lieu à l'aide à la réparation organisée par le présent décret, les dommages causés aux biens corporels, meubles ou immeubles, définis ci-après : 1° les biens immeubles bâtis; 2° les locaux mobiles servant d'habitation; 3° les biens meubles d'usage courant ou familial, conformément aux règles arrêtées par le Gouvernement; 4° les autres biens corporels meubles, à l'exclusion des titres de produits financiers de placement et espèces, lorsqu'ils sont affectés en Région wallonne : a) soit à l'exploitation d'une entreprise industrielle, artisanale, commerciale, agricole ou horticole; b) soit à l'exercice de toute autre profession; c) soit
...[+++] aux activités d'un établissement public, d'un établissement d'utilité publique, d'une association sans but lucratif ou d'une fondation; 5° les biens agricoles et horticoles; 6° les peuplements forestiers; 7° les biens relevant du domaine public des personnes morales énumérées à l'article 23. Les biens ainsi définis comprennent les produits de l'exploitation, de la profession ou des activités visés à l'alinéa 1, 4°, 5° et 6°.IV. - Vergoedbare goederen Art. 8. Onverminderd de bepalingen van artikel 9, kan de bij dit decreet geregelde herstelteg
emoetkoming slechts verleend worden voor schade toegebracht aan de volgende roerende of onroerende lichamelijke goederen : 1° de gebouwde onroerende goederen; 2° de verplaatsbare lokalen die voor woning bestemd zijn; 3° de roerende goederen voor dagelijks of huiselijk gebruik, overeenkomstig de door de Regering bepaalde regels; 4° de overige roerende lichamelijke goederen, met uitsluiting van de effecten van financiële beleggingsproducten en spe
ciën, als ze in het Waalse ...[+++] Gewest aangewend worden : a) hetzij voor de uitbating van een nijverheids-, ambachts-, handels-, land- of tuinbouwonderneming; b) hetzij voor de uitoefening van elk ander beroep; c) hetzij voor de bedrijvigheden van een openbare instelling, van een instelling van openbaar nut of van een vereniging zonder winstgevend doel of een stichting; 5° de land- en tuinbouwgoederen : 6° de bosaanplantingen; 7° de goederen die behoren tot het openbaar domein van de rechtspersonen opgesomd in artikel 23. De aldus omschreven goederen omvatten de producten van de uitbating, het beroep of de activiteiten bedoeld in het eerste lid, 4°, 5° en 6°.