Le législateur ordonnanciel entendait en effet tenir compte, dans le cadre de l'analyse et du traitement des sols pollués, du caractère spécifique de l'expropriation, à savoir son caractère non volontaire (Doc. parl., Parlement de la Région de Bruxelles-Capitale, 2008 2009, A-533/2, p. 12).
De ordonnantiegever beoogde immers om in het kader van het onderzoek naar en de behandeling van de bodemvervuiling rekening te houden met het specifieke karakter van een onteigening, met name het onvrijwillige karakter ervan (Parl. St., Brussels Hoofdstedelijk Parlement, 2008-2009, A-533/2, p. 12).