2. Sans préjudice des attributions du conseil d'administration de l'Agence énoncées à l'article 10, paragraphe 2, les modalités de la coopération entre l'Agence, l'Agence européenne de garde-frontières et de garde-côtes et l'Agence européenne de contrôle des pêches concernant les fonctions de garde-côtes sont déterminées dans un arrangement de travail, conformément à leurs mandats respectifs et au règlement financier applicables auxdites agences.
2. Onverminderd de in artikel 10, lid 2, genoemde bevoegdheden van de raad van bestuur van het Agentschap worden de precieze vormen van samenwerking inzake kustwachttaken tussen het agentschap,het Europees grens- en kustwachtagentschap en het Europees Bureau voor visserijcontrole vastgesteld in werkafspraken, overeenkomstig hun respectieve opdrachten en de voor die agentschappen geldende financiële regeling.