Les articles 22, 23, 24, 25, 26 et 27 de la Constitution garantissent respectivement le droit au respect de la vie privée et familiale, le droit de mener une vie conforme à la dignité humaine, la liberté de l'enseignement, la liberté de la presse, la liberté de réunion et d'association.
De artikelen 22, 23, 24, 25, 26 en 27 van de Grondwet waarborgen respectievelijk het recht op eerbiediging van het privé- en gezinsleven, het recht een menswaardig leven te leiden, de vrijheid van onderwijs, de persvrijheid, de vrijheid van vergadering en van vereniging.