Lorsqu'un assujetti sans droit à déduction revend, avec exemption totale de la taxe (article 44, § 2, 13º, Code de la TVA), un bien d'investissement qu'il avait antérieurement affecté à son activité exemptée, l'acquéreur final de ce bien peut-il déduire une partie de la TVA ayant grevé l'acquisition de bien par le revendeur ?
Wanneer een belastingplichtige die geen recht heeft op aftrek van belasting, met volledige belastingvrijstelling volgens artikel 44, § 2, 13º, van het Wetboek van de belasting over de toegevoegde waarde, een investeringsgoed wederverkoopt dat hij voordien heeft aangewend voor zijn vrijgestelde activiteit, kan de eindkoper van dat goed de BTW dan gedeeltelijk aftrekken die werd aangerekend op de aankoop van het goed door de wederverkoper ?