Saisie d'une plainte, la Commission a, en effet, estimé que certains services offerts par les entités mutualistes dans le cadre de leur assurance complémentaire constituent en fait des assurances non-vie qui doivent, par conséquent, satisfaire aux dispositions des première et troisième directives « assurances non-vie ».
Naar aanleiding van een klacht, was de Commissie immers van oordeel dat sommige diensten die worden aangeboden door de mutualistische entiteiten in het kader van hun aanvullende verzekering, in feite wel degelijk verzekeringen niet-leven zijn, die bijgevolg aan de bepalingen van de eerste en derde richtlijn « verzekeringen niet-leven » moeten voldoen.