3. Les États membres ne retiennent pas ni n'introduisent, aux fins de la constitution des provisions techniques, un système de provisionnement brut qui exige le nantissement d'actifs en couverture des provisions pour primes non acquises et pour sinistres en suspens au niveau du réassureur, dès lors que celui-ci est une entreprise de réassurance agréée conformément à la directive 2005/68/CE ou une entreprise d'assurances agréée conformément à la présente directive ou à la directive 2002/83/CE.
3. De lidstaten mogen, met het oog op de vorming van technische voorzieningen, geen systeem met brutovoorzieningen handhaven of invoeren waarbij door de herverzekeraar activa als zekerheden moeten worden verstrekt ter dekking van de voorzieningen voor niet-verdiende premies en van de voorzieningen voor te betalen schaden, indien de herverzekeraar een herverzekeringsonderneming is waaraan overeenkomstig Richtlijn 2005/68/EG betreffende herverzekering vergunning is verleend, of een verzekeringsonderneming waaraan overeenkomstig deze richtlijn of Richtlijn 2002/83/EG vergunning is verleend.