(1) Considérant que le Groupe de travail des transports routiers du Comité des transports intérieurs de la Commission économique pour l'Europe de l'Organisation des Nations unies a adressé, en 1949, aux gouvernements des États membres une recommandation(1) les invitant à demander aux assureurs couvrant les risques de responsabilité civile en matière de circulation routière, de conclure des accords destinés à établir des dispositions uniformes et pratiques permettant aux automobilistes d'être assurés de façon satisfaisante lorsqu'ils pénètrent dans des pays où l'assurance contre ces risques est obligatoire.
(1) Overwegende dat de Subcommissie voor het wegvervoer van het Comité voor binnenlands vervoer van de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties in 1949 een aanbeveling(1) heeft gericht tot de regeringen van de lidstaten, waarin zij werden uitgenodigd de verzekeraars, die risico's dekken betreffende de burgerrechtelijke aansprakelijkheid inzake wegverkeer, te verzoeken overeenkomsten te sluiten die tot doel hebben, eenvormige en praktische bepalingen vast te leggen die aan automobilisten toelaten op bevredigende wijze verzekerd te zijn wanneer zij landen betreden waar de verzekering van dergelijke risico's verplicht is.