Les extrémités latérales de la traverse ne doivent pas être recourbées vers l’arrière, ni présenter de bord extérieur coupant; cette condition est remplie lorsque les extrémités latérales de la traverse présentent, vers l’extérieur, un arrondi ayant un rayon de courbure d’au moins 2,5 mm;
De zijdelingse uiteinden van de dwarsbalk mogen niet naar achteren zijn omgebogen en aan de buitenzijde geen scherpe rand vertonen; aan deze voorwaarde is voldaan als de zijdelingse uiteinden van de dwarsbalk aan de buitenkant zijn afgerond met een krommingsstraal van ten minste 2,5 mm;