Vertaling van "Audiométrie par conduction aérienne " (Frans → Nederlands) :

TERMINOLOGIE

audiométrie par conduction aérienne
audiometrie door middel van luchtgeleiding

audiométrie liminaire tonale en conduction aérienne
luchtgeleidingsaudiogram met behulp van zuivere tonen

audiométrie à conduction osseuse | audiométrie par voie osseuse
beengeleidingsaudiometrie

aide auditive à conduction aérienne placée derrière l’oreille
luchtgeleidend gehoorapparaat voor achter het oor

aide auditive à conduction aérienne intra-auriculaire
in-het-oor-luchtgeleidingshoortoestel

aide auditive à conduction aérienne placée dans le conduit
kanaalluchtgeleidings-hoortoestel

IN-CONTEXT TRANSLATIONS

- Des seuils en conduction aérienne jusqu'à 65, 75, 80, 80, 85 et 85 dB HL respectivement à 500, 1000, 1500, 2000, 3000 et 4000 Hz ;
- Tonale luchtgeleidingsdrempels van maximaal 65, 75, 80, 80, 85 en 85 dB HL bij respectievelijk 500, 1000, 1500, 2000, 3000 en 4000 Hz;

- En cas d'une précédente chirurgie réparatrice de l'oreille moyenne avec éradication de la pathologie mais où l'audition est limitée par un écart entre les seuils de conduction aérienne et osseuse (air-bone gap) ≥ 30 dB ;
- In geval van voorafgaande reconstructieve middenoorchirurgie met uitroeiing van de pathologie, maar waarbij het gehoor beperkt is door een verschil tussen lucht- en beengeleidingsdrempel (air-bone gap) ≥ 30 dB;

2.2.1. Indications additionnelles pour les surdités de perception - Une tympanométrie normale; Et - Des seuils en conduction aérienne jusqu'à 65, 75, 80, 80, 85 et 85 dB HL respectivement à 500, 1000, 1500, 2000, 3000 et 4000 Hz; Et - Des écarts de conduction osseuse à 0.5, 1, 2 et 4 kHz pas plus grands que 10 dB HL entre 2 ou plus de ces fréquences; Et - Ne pas avoir subi au préalable de chirurgie de l'oreille moyenne.
2.2.1. Additionele indicaties bij een perceptief gehoorverlies - Een normale tympanometrie vertonen; En - Tonale luchtgeleidingsdrempels van maximaal 65, 75, 80, 80, 85 en 85 dB HL bij respectievelijk 500, 1000, 1500, 2000, 3000 en 4000 Hz; En - Verschillen in beengeleidingsdrempels op 0.5, 1, 2 en 4 kHz mogen niet groter zijn dan 10 dB HL tussen 2 of meerdere van deze frequenties; En - vooraf geen middenoorchirurgie ondergaan hebben.

Et - une perte auditive mixte ou de transmission avec des seuils en conduction aérienne jusqu'à 45, 50, 55, 65, 65 et 65 dB HL respectivement à 500, 1000, 1500, 2000, 3000 et 4000 Hz.
En - Een gemengd of conductief gehoorverlies met beengeleidingsdrempels van maximaal 45, 50, 55, 65, 65 en 65 dB HL bij respectievelijk 500, 1000, 1500, 2000, 3000 en 4000 Hz.

- Les écarts entre les seuils de conduction osseuse et aérienne (le "air-bone gap") n'excèdent pas 10 dB pour chaque fréquence de 500, 1000, 2000 et 4000 Hz, pour l'oreille à implanter ;
- Het verschil tussen de lucht- en beengeleidingsdrempels (de "air-bone gap") is niet groter dan 10 dB voor elk van de frequenties 500, 1000, 2000 en 4000 Hz, voor het te implanteren oor;

Acoustique - Méthodes d'essais audiométriques - Partie 1 : Audiométrie à sons purs en conduction aérienne et en conduction osseuse (ISO 8253-1:2010) (3 édition)
Akoestiek - Audiometrische beproevingsmethoden - Deel 1 : Algemene lucht- en beengeleidingsdrempelaudiometrie met zuivere tonen (ISO 8253-1:2010) (3e uitgave)

le déficit auditif ne doit pas être supérieur à 45 dB à 2 000 Hz pour l’oreille ayant la conduction aérienne du son la moins bonne,
het gehoorverlies mag niet hoger zijn dan 45 dB bij 2 000 Hz voor het oor met de slechtste geleiding van het geluid via de lucht.

—le déficit auditif ne doit pas être supérieur à 45 dB à 2 000 Hz pour l’oreille ayant la conduction aérienne du son la moins bonne,
—het gehoorverlies mag niet hoger zijn dan 45 dB bij 2 000 Hz voor het oor met de slechtste geleiding van het geluid via de lucht.

Acoustique - Méthodes d'essais audiométriques - Partie 1: Audiométrie liminaire fondamentale à sons purs en conduction aérienne et en conduction osseuse (ISO 8253-1:1989) (2e édition)
Geluidsleer - Gehoormeterbeproeving - Deel 1 : Algemene grenswaardegehoormeting met zuivere grondtonen bij lucht- en beengeleiding (ISO 8253-1:1989) (2e uitgave)

2. Chaque examen devrait consister au moins en une otoscopie combinée avec un contrôle audiométrique, comprenant une audiométrie liminaire tonale en conduction aérienne conformément au point 6.
2. Elk onderzoek zou ten minste moeten bestaan uit een otoscopisch onderzoek samen met een audiometrische controle, bevattende een luchtsgeleidingsaudiogram met behulp van zuivere tonen overeenkomstig punt 6.