En fait, il faut, d'un côté, que la capacité maximale de détecter les plus petites lésions (sensibilité) s'allie à une bonne capacité de les distinguer des tumeurs bénignes (spécificité) mais que de l'autre, l'obtention du diagnostic ne soit pas invasive pour le sujet et que la procédure elle-même n'entraîne qu'un risque quasi nul, puisqu'elle s'adresse à des personnes asymptomatiques, qui ne sont malades qu'en puissance.
Enerzijds moet namelijk worden gestreefd naar een optimale opsporingscapaciteit, ook voor kleinere laesies (gevoeligheidscriterium), en moet er een duidelijk onderscheid kunnen worden gemaakt tussen goedaardige en kwaadaardige aandoeningen (specificiteitscriterium), terwijl anderzijds de gebruikte diagnosetechniek voor de betrokken patiënten niet al te invasief mag zijn en er aan de toegepaste procedure praktisch geen risico voor letselschade mag zijn verbonden, aangezien dergelijke procedures per definitie zijn bedoeld voor "asymptomatische" personen, die slechts "potentieel" patiënt zijn.