Art. 3. Les investissements visés à l'article 2, alinéa 1 , du décret susceptibles d'être subventionnés sont : 1° la construction, l'extension, la rénovation et l'acquisition des infrastructures sportives suivantes : a) les terrains de sports de
plein air; b) les bassins de natation; c) les salles de sports; d) les infrastructures ludiques initiant à la pratique du sport; 2° la construction, l'extension, la rénovation et l'acquisition des bâtiments indispensables à l'utilisation des infrastructures reprises au 1° : a) les vestia
ires, sanitaires et commodités y afféren ...[+++]ts; b) les réserves à matériel; c) les locaux techniques et administratifs; d) les salles de réunion, de formation et de presse; e) les locaux médico-sportifs en ce compris les locaux destinés à la mise en oeuvre de la lutte anti-dopage; f) le logement de fonctions; g) les tribunes et les gradins; h) l'accueil et la billetterie; i) la cafétéria; 3° la construction, l'extension et la rénovation des abords des infrastructures visées aux 1° et 2° : a) les accès; b) les parkings; c) les plantations; d) le mobilier urbain; e) l'éclairage; f) les clôtures; 4° l'acquisition du premier équipement sportif, nécessaire au fonctionnement des infrastructures visées aux points 1° et 2° à l'exclusion du matériel d'entretien; 5° la réalisation d'installations techniques liées à la sécurité, à l'information et à l'accessibilité des utilisateurs; 6° la construction, l'extension, la rénovation et l'acquisition d'infrastructures spécifiques d'accueil exclusivement réservées aux sportifs de haut niveau ou à l'éducation du sportif en vue de sa formation pour atteindre le haut niveau, y compris les locaux annexes y afférents; 7° l'acquisition de l'équipement sportif nécessaire au fonctionnement et à l'exploitation d'une infrastructure sportive, qu'elle ait fait ou non l'octroi d'un subside, en ce compris le gros matériel d'entretien, à l'exception du premier équipement visé au 4°.Art. 3. De investeringen bedoeld in artikel 2, eerste lid, van het decreet die in aanmerking komen voor subsidies zijn : 1° de bouw, uitbreiding, renovatie en aankoop van de volgende sportinfrastructuren : a) openluchtsportvelden; b) de zwembaden; c) de sportzalen; d) de spelinfrastructuren die vertrouwd maken met sportbeoefening; 2° de bouw, uitbreiding, renovatie en aankoop van de gebouwen die nodig zijn voor het gebruik van de infrastructuren bedoeld onder 1° : a) de kleedkamers alsook de desbetreffende sanitaire installaties en voorzieningen; b) de materiaalruimtes; c) de technische en administratieve lokalen; d) de vergader-, les- en perszalen; e) de medische en sportlokalen, met inbegrip van de lokalen bestemd voor dopingbest
...[+++]rijding; f) de dienstwoning; g) de tribunes en staanplaatsen; h) het onthaal en de balie voor ticketverkoop; i) de cafetaria; 3° de bouw, uitbreiding en renovatie van de directe omgeving van de infrastructuren bedoeld onder 1° en 2° : a) de toegangen; b) de parkeerterreinen; c) de beplantingen; d) het stadsmeubilair; e) de verlichting; f) de omheiningen; 4° de aankoop van de eerste sportuitrusting die noodzakelijk is voor de werking van de onder de punten 1° en 2° bedoelde infrastructuren, met uitzondering van het onderhoudsmateriaal; 5° de inrichting van technische installaties i.v.m. de veiligheid, de informatie en de toegankelijkheid van de gebruikers; 6° de bouw, uitbreiding, renovatie en aankoop van specifieke onthaalinfrastructuren die uitsluitend bestemd zijn voor topsportlieden of voor de vorming van de sportbeoefenaar om het hoogste niveau te bereiken, met inbegrip van de desbetreffende bijgebouwen; 7° de aankoop van de sportuitrusting die nodig is voor de werking en de uitbating van een sportinfrastructuur, ongeacht of ze al dan niet het voorwerp van een subsidie heeft uitgemaakt, met inbegrip van het grote onderhoudsmateriaal, met uitzondering van de eerste uitrusting bedoeld onder 4°.
