Les médecins qui prescrivent des médicaments à des doses qui ne correspondent pas à un besoin thérapeutique et qui sont utilisés pour améliorer les prestations sportives d'un patient, doivent s'exposer à des poursuites en vertu de la loi du 24 février 1921 concernant le trafic des substances vénéneuses, soporifiques, stupéfiantes, psychotropes, désinfectantes ou antiseptiques et des substances pouvant servir à la fabrication illicite de substances stupéfiantes et psychotropes et de la loi du 25 mars 1964 sur les médicaments.
Geneesheren die geneesmiddelen voorschrijven die niet beantwoorden aan een therapeutische noodzaak en die worden aangewend om de sportieve prestaties van een patiënt op te drijven moeten strafbaar worden gesteld krachtens de wet betreffende het verhandelen van giftstoffen, slaapmiddelen en verdovende middelen, psychotrope stoffen, ontsmettingsstoffen en antiseptica en van de stoffen die kunnen worden gebruikt voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen van 24 februari 1921 en de wet van 25 maart 1964 op geneesmiddelen.