44 En déclarant, au point 58 de l’arrêt attaqué, que la chambre de recours avait pu se fonder sur des faits résultant de l’expérience pratique généralement acquise et en approuvant les allégations non étayées de cette chambre, le Tribunal aurait méconnu l’obligation d’instruire les faits qui incombe à l’OHMI en vertu de l’article 74, paragraphe 1, du règlement n° 40/94.
44 Door in punt 58 van het bestreden arrest te verklaren dat de kamer van beroep zich kon baseren op feiten die volgen uit de praktische ervaring die algemeen is opgedaan, en door het ongefundeerde oordeel van deze kamer te bevestigen, is het Gerecht voorbijgegaan aan de krachtens artikel 74, lid 1, van verordening nr. 40/94 op het BHIM rustende verplichting om de feiten te onderzoeken.