Art. 13. Au militaire visé à l'article 12, § 1, alinéa 1, qui atteint l'âge de 35 ans au cours d'une période bisannuelle, sera payé, pour la durée restante avant la prochaine échéance bisannuelle, la fraction correspondante de l'allocation de carrière aéronautique prévue pour le personnel navigant visé dans le même article, âgé de plus de 35 ans.
Art. 13. Aan de in artikel 12, § 1, eerste lid, bedoelde militair die de leeftijd van 35 jaar bereikt in de loop van een tweejaarlijkse periode, zal, voor de resterende termijn tot de eerstkomende tweejaarlijkse vervaldag, het overeenstemmende deel van de loopbaantoelage bij de luchtvaart, die voorzien is voor het in hetzelfde artikel bedoelde varend personeel ouder dan 35 jaar, betaald worden.