Il convient d'entendre par environs immédiats l'espace situé dans un rayon de 30 mètres de l'extrême limite de l'immeuble; 7° le placement des réservoirs souterrains des eaux de précipitation, d'un puits septique, d'un puits de décantation, d'une installation souterraine d'épuration des eaux, un lit d'infiltration et/ou un réservoir souterrain de carburant àusage ménager près d'un immeuble pour lequel est délivré un permis situé à 1 mètre au moins de la limite latérale et arrière de la parcelle; 8° la démolition intégrale d'immeubles ou de constructions isolés pour autant qu'il soit satisfait à toutes les exigences suivantes : a) il ne s'agit pas de petits éléments et de constructions isolés ou faisant partie d'un tout, qui sont important
...[+++]s pour la qualité de l'environnement, qui ont une valeur folklorique, historique ou esthétique, qui servent de référence pour la population d'un secteur ou d'un quartier, ou qui contribuent au sentiment éprouvé par une population locale d'appartenir à un certain endroit, comme : fontaines, kiosques, pompes, puits, croix, calvaires, chapelles de campagne, statues, flèches de signalisation, piloris, bornes frontières, bornes kilométriques, lanternes, horloges, carillons, cadrans solaires, clôtures, murs de clôtures, marquises, tombes, signes qui renvoient à des événements importants du passé, balustrades, équipement routier, ouvrages d'eau, fours de boulanger, charpentes, remises, orangeries, pavillons de verdure, glacières; b) il ne s'agit pas de bâtiments ni de constructions repris àl'inventaire du patrimoine artistique, établi en application de l'article 3, 2° de l'arrêté royal du 1 juin 1972 créant auprès du Ministère de l'Education nationale et de la Culture néerlandaise un Service de l'Etat pour la protection des monuments et des sites, et fixé par le Ministre flamand ayant les monuments et les sites dans ses attributions; c) la superficie est inférieure à 100 mètres carrés; 9° le placement des clôtures suivantes : a) les c ...Onder onmiddellijke omgeving dient de ruimte gelegen binnen een straal van 30 meter van de uiterste grenzen van het woongebouw te worden verstaan; 7° de plaatsing van een ondergronds regenwaterreservoir, een septische put, een bezinkput, een ondergrondse waterzuiveringsinstallatie, een infiltratiebed en/of een ondergrondse brandstoftank voor huishoudelijk gebruik bij een vergunde woning, voorzover deze minimum één meter van de zijdelingse en achterste perceelsgrenzen verwijderd blijven; 8° de volledige afbraak van vrijstaande bouwwerken of constructies, mits aan alle van de volgende vereisten voldaan is : a) het betreft geen kleine elementen en constructies, geïsoleerd of deel uitmakende van een geheel, die van belang zijn voor de kwalite
...[+++]it van de leefomgeving, een volkskundige, historische of esthetische waarde hebben, als referentie dienen voor de bevolking van een buurt of wijk, of bijdragen tot het gevoelen van een plaatselijke bevolking tot een bepaalde plek te behoren, zoals : fonteinen, kiosken, pompen, putten, kruisen, calvaries, veldkapellen, standbeelden, wegwijzers, schandpalen, grenspalen, mijlpalen, lantaarnpalen, uurwerken, klokkenspelen, zonnewijzers, hekkens, omheiningsmuren, luifels, graven, herkenningstekens van merkwaardige gebeurtenissen uit het verleden, balies, straatmeubilair, waterkunstwerkjes, bakhuizen, houtskeletbouw, koetshuizen, oranjerieën, priëlen, ijskelders; b) het betreft geen gebouwen of constructies die opgenomen zijn in de inventaris van het bouwkundige erfgoed, opgesteld in toepassing van artikel 3, 2°, van het koninklijk besluit van 1 juni 1972 tot oprichting van een Rijksdienst voor Monumenten-en Landschapszorg bij het Ministerie van Nationale Opvoeding en Nederlandse Cultuur, en vastgesteld door de Vlaamse minister, bevoegd voor de monumenten en landschappen; c) de grondoppervlakte bedraagt minder dan 100 vierkante meter; 9° de plaatsing van de volgende afsluitingen : a) afsluitingen die bestaan uit houten of kunststof p ...