Par rapport à ces problèmes de vitesse commerciale des transports en commun, la Commission attire l'attention sur l'avis de l'AED, qui remarque que c'est en grande partie en raison du statut de « voies de transit de fait » des voiries empruntées par les trams et les bus que le problème se pose.
Met betrekking tot deze problemen van reissnelheid van het openbaar vervoer vestigt de Commissie de aandacht op het advies van het BUV dat opmerkt dat de problemen vooral liggen bij het statuut van de « feitelijke wegen voor doorstromend verkeer » op de wegen die gebruikt worden door trams en bussen.