2° Air : dispositif d'épuration (pollution, odeurs, poussières,.), transfert entre entreprises voisines d'air chargé en substances polluantes utilisable dans un process ou comme air primaire d'une installation de combustion;
2° Lucht : zuiveringsinrichting (verontreiniging, geuren, stof.), transfer tussen naburige ondernemingen van lucht die verontreinigende stoffen bevat en die kan worden gebruikt in een proces of als primaire lucht voor een verbrandingsinstallatie;