La biodégradation, dans ce cas, peut aussi être considérée comme satisfaisante si, lors de tests de biodégradation à température ambiante pendant une période de 12 mois, elle atteint 60% en masse et si, pour le même matériel, au moins 90% est biodégradé (dans l'absolu ou en comparaison avec de la cellulose microcristalline de référence) lors d'un test à température plus élevée (maximum 58°C +/- 1°C comme spécifié dans la norme NBN EN ISO 14855) effectué sur une période de 6 mois.
De biologische degradatie mag in dit geval ook als voldoende worden beschouwd indien zij tijdens proeven naar biologische degradatie bij kamertemperatuur gedurende 12 maanden 60% massa bereikt en indien voor hetzelfde materiaal minstens 90 % biologisch is afgebroken (in absolute termen of in vergelijking met een referentiestaal van microkristallijncellulose) tijdens een proef bij hogere temperatuur (maximum 58°C +/- 1°C zoals beschreven in de norm NBN EN ISO 14855), uitgevoerd gedurende 6 maanden.