L’appareillage se compose d’une chambre à brouillard, d’un réservoir pour la solution saline, d’une alimentation en air comprimé convenablement conditionné, d’un ou de plusieurs pulvérisateurs, de supports des échantillons, d’un dispositif de chauffage de la chambre, et des moyens de contrôle nécessaires.
De apparatuur bestaat uit een nevelkamer, een reservoir met een zoutoplossing, een goed geconditioneerde persluchtvoorziening, één of meer verstuivers, steunen voor de monsters, verwarmingsapparatuur voor de ruimte en de noodzakelijke regelapparatuur.