Art. 39. Dans l'article 34 de la même loi, les mot
s " , y compris les chasse-marée et bateaux pêcheurs du pays qui importent le poisson frais et salé provenant de leur pêche, ne sont pas tenus, en revenant de la pêche, de faire la déclaration générale, mais sont cependant obligés, sous peine d'une amende de 50 EUR, pour être reconnus comme tels et ne pas être arrêtés, de hisser, à leur entrée et avant de passer le premier bureau, au haut de leur mât, et de l'y laisser jusqu'au lieu de déchargement, un panier ou autre signe dont il sera convenu entre les armateurs et l'administration, afin que les agents puissent, sans retarder la marche
...[+++] du bateau, se rendre à bord pour faire la visite" . sont remplacés par les mots " de Belgique, revenant de la pêche, ne sont pas tenus de faire une déclaration générale.Toutefois, pour être reconnus comme tels et pour ne pas être arrêtés et sous peine d'une amende de 50 euro, ils sont tenus, à l'entrée et avant de passer le premier bureau, de hisser un panier ou un autre signe convenu entre les armateurs et l'administration et de l'y laisser jusqu'au lieu de déchargement afin que les agents puissent, sans retarder la marche, se rendre à bord pour la visite" .Art. 39. In artikel 34 van dezelfde wet worden de woo
rden " der vissersschepen, de ventjagers daaronder begrepen, en van die van de zoute- en verse vis, uit België, komende van de nering, zijn niet aan inklaring onderworpen, doch, op een boete van 50 EUR, verplicht, om, ten einde als zodanig herkend, en niet opgehouden te worden, bij binnenkomst in een der zeegaten, en vóór het passeren der eerste wacht, van de top der mast een mand, of ander, tussen de rederijen en de administratie overeen te komen, seinteken, te vertonen, en tot aan de losplaats aldus te blijven vertonen, opdat de ambtenaren in de gelegenheid zijn zouden, om, zonder d
...[+++]at zulks aan de voortzetting der reis hinderlijk zij," vervangen door de woorden " van de vissersschepen uit België, komende van de nering, zijn niet gehouden om een generale verklaring te doen. Ze zijn niettemin verplicht, op straffe van een boete van 50 euro, om, ten einde als zodanig herkend, en niet opgehouden te worden, bij binnenkomst en vóór het passeren van het eerste kantoor, een mand, of een ander, tussen de rederijen en de administratie overeen te komen, seinteken te vertonen en tot aan de losplaats aldus te blijven vertonen, opdat de ambtenaren in de gelegenheid zouden zijn, zonder de reis te vertragen" .