Le quatrième moyen est pris de la « violation des articles 25 à 30 de l'ancienne Constitution et 62, § 3, de la Constitution » en ce qu'il est créé deux catégories de citoyens : l'électeur qui vote traditionnellement et exerce un contrôle par le biais d'assesseurs avec possibilité de recomptage manuel et l'électeur qui vote informatiquement et n'exerce aucun contrôle sur son vote et sur l'élection.
Het vierde middel is afgeleid uit « de schending van de artikelen 25 tot 30 van de vroegere Grondwet en 62, § 3, van de Grondwet », in zoverre twee categorieën van burgers in het leven worden geroepen : de kiezer die op traditionele wijze stemt en een controle uitoefent via bijzitters met mogelijkheid tot manuele hertelling en de kiezer die op geïnformatiseerde wijze stemt en geen enkele controle uitoefent op zijn stem en op de verkiezing.