3. Dans la version de la loi du 31 janvier 2009 relative à la continuité des entreprises antérieure à sa modification par la loi du 27 mai 2013 modifiant diverses législations en matière de continuité des entreprises, les articles 49 et 57 de la première loi, lus en combinaison avec les articles 2, c) à e), de la même loi, en ce qu'ils permettent que soit imposé à un travailleur titulaire d'une créance née de prestations de travail antérieures à l'ouverture de la procédure de réorganisation judiciaire, une réduction de sa créance ou un étalement de son paiement, violent-ils l'article 23, de la Constitution, en ce c
ompris l'effet de ' stand still ...[+++] ' qu'il comporte, qui garantit le droit à une rémunération équitable ?
3. Schenden de artikelen 49 en 57 van de wet van 31 januari 2009 betreffende de continuïteit van de ondernemingen, in de versie vóór de wijziging ervan bij de wet van 27 mei 2013 tot wijziging van verschillende wetgevingen inzake de continuïteit van de ondernemingen, in samenhang gelezen met de artikelen 2, c) tot e), en 57 van dezelfde wet, in zoverre zij het mogelijk maken dat aan een werknemer die houder is van een schuldvordering die is ontstaan uit arbeidsprestaties vóór de opening van de procedure van gerechtelijke reorganisatie, een vermindering van zijn schuldvordering of een spreiding van zijn uitbetaling wordt opgelegd, artikel 23 van de Grondwet
, met inbegrip van het daarin ...[+++]vervatte standstill-effect, dat het recht op een billijke beloning waarborgt ?