b) les organismes d'intérêt public, les associations de droit public, les centres publics d'aide sociale, les fabriques d'église et les établissements chargés de la gestion du temporel des cultes reconnus, les sociétés de développement régional, les polders et wateringues, les organes territoriaux intracommunaux, les comités de remembrement des biens ruraux;
b) de organismen van openbaar nut, de publiekrechtelijke verenigingen, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, de kerkfabrieken en de instellingen belast met het beheer van de temporaliën van de erkende erediensten, de gewestelijke ontwikkelingsmaatschappijen, de polders en wateringen, de binnengemeentelijke territoriale organen, de ruilverkavelingscomités;