§ 1 . L'employeur du groupe C ou D, qui ne dispose pas au sein de son service interne
d'un conseiller en prévention qui a terminé avec fruit une formation complémentaire de niveau I ou II, telle que visée à l'article 22 de l'arrêté royal relatif au service interne, a droit, en échange de la cotisation forfaitaire minimale, aux prestations générales suivantes : 1° la collaboration active à la mise en oeuvre, l'exé
cution et la mise à jour de l'analyse des risques; 2° la proposition des mesures de prévention qui doivent être prises sur
...[+++]base de l'analyse des risques au niveau de l'organisation dans son ensemble, au niveau de chaque groupe de postes de travail ou de fonctions et au niveau de l'individu, comme prévu aux articles 8 et 9 de l'arrêté royal du 27 mars 1998 relatif à la politique du bien-être des travailleurs lors de l'exécution de leur travail; 3° à l'exception des prestations supplémentaires visées à l'article 28, § 2 de l'arrêté royal du 28 mai 2003 relatif à la surveillance de la santé des travailleurs, l'exécution des pratiques de prévention suivantes, dans le cadre de la surveillance de santé qui sont réservées à la section chargée de la surveillance médicale : a) les évaluations de santé préalables et périodiques; b) les consultations spontanées; c) les examens de reprise du travail; d) les visites de pré-reprise du travail; e) la surveillance de santé prolongée; f) les examens médicaux dans le cadre de la protection de la maternité, tels que visés à l'article 9 de l'arrêté royal du 2 mai 1995 relatif à la protection de la maternité; 4° l'organisation du droit de prise de connaissance du dossier de santé, tel que visé à l'article 91 de l'arrêté royal du 28 mai 2003 relatif à la surveillance de la santé des travailleurs, dans un délai de cinq jours ouvrables à compter de la réception de la demande de prise de connaissance par le service externe; 5° la collaboration à l'analyse, complétée, le cas échéant, par un questionnaire ou par un autre inst ...§ 1. De werkgever van groep C of D, die in
zijn interne dienst niet beschikt over een preventieadviseur die met vrucht een aanvullende vorming niveau I of II heeft beëindigd zoals bepaald in artikel 22 van het koninklijk besluit betreffende de interne di
enst, heeft in ruil voor de forfaitaire minimumbijdrage recht op de volgende algemene prestaties : 1° het actief meewerken aan het opstarten, uitvoeren en updaten van de risicoanalyse; 2° het voorstellen van de preventiemaatregelen die moeten worden genomen op basis van de risicoanal
...[+++]yse op het niveau van de organisatie in haar geheel, op het niveau van elke groep van werkposten of functies en op het niveau van het individu, zoals voorzien in de artikelen 8 en 9 van het koninklijk besluit van 27 maart 1998 betreffende het beleid inzake het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk; 3° met uitzondering van de bijkomende handelingen bedoeld in artikel 28, § 2 van het koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers, het uitvoeren van de volgende preventieve handelingen in het kader van het gezondheidstoezicht die voorbehouden zijn aan de afdeling belast met het medisch toezicht : a) de voorafgaande en periodieke gezondheidsbeoordelingen; b) de spontane raadplegingen; c) de onderzoeken bij werkhervatting; d) de bezoeken voorafgaand aan de werkhervatting; e) het voortgezet gezondheidstoezicht; f) de onderzoeken in het kader van de moederschapsbescherming, zoals bedoeld in artikel 9 van het koninklijk besluit van 2 mei 1995 inzake moederschapsbescherming; 4° het organiseren van een inzagerecht in het gezondheidsdossier, zoals bedoeld in artikel 91 van het koninklijk besluit van 28 mei 2003 betreffende het gezondheidstoezicht op de werknemers, binnen een termijn van vijf werkdagen te rekenen vanaf de ontvangst door de externe dienst van het verzoek tot inzage; 5° het meewerken aan de analyse, in voorkomend geval aangevuld met een bevraging of een ander instrume ...