Cette décision de la Commission était fondée sur l'avis formulé le 9 décembre 1996 par le comité scientifique des pesticides, selon lequel le développement éventuel d'une résistance à la toxine Bt chez les insectes ne pouvait être considéré comme un effet nocif pour l'environnement, puisqu'il serait toujours possible d'utiliser les techniques agricoles existantes pour lutter contre contre ces espèces résistantes d'insectes.
De Commissie baseerde deze beslissing op het advies van het Wetenschappelijk Comité voor bestrijdingsmiddelen van 9 december 1996, waarin werd gesteld dat "het eventuele ontstaan van resistentie tegen het Bt-toxine bij insecten niet als een ongunstig milieueffect kan worden aangemerkt, aangezien de momenteel in de landbouw toegepaste technieken ter bestrijding van dergelijke resistente insectensoorten beschikbaar blijven".
