Si l'exécution immédiate de la demande d'entraide peut nuire au bon déroulement de l'enquête ou des poursuites en cours dans une affaire différente de celle à laquelle cette demande se rapporte, l'autorité centrale peut, moyennant avis préalable des autorités judiciaires, surseoir à l'exécution de celle-ci pendant un temps fixé de commun accord avec la Cour et conformément à l'article 94 du Statut.
Indien de onmiddellijke tenuitvoerlegging van het verzoek om bijstand afbreuk kan doen aan het goede verloop van een lopend onderzoek of aan de gang zijnde vervolging in een andere zaak dan die waarop het verzoek betrekking heeft, kan de centrale autoriteit, op voorwaarde dat de gerechtelijke autoriteiten vooraf advies uitbrengen, de tenuitvoerlegging ervan opschorten gedurende een termijn die wordt vastgesteld in overleg met het Hof, overeenkomstig artikel 94 van het Statuut.