Des expériences ont toutefois établi que des concentrations relativement faibles de bisphénol A, à peine supérieures aux concentrations de dihydrotestostérone, accroissent aussi légèrement la fréquence de division des cellules cancéreuses humaines de la prostate, mais que cet effet est pratiquement annihilé, de façon assez étrange, en présence d'une concentration plus élevée de bisphénol A. Il s'agit de ce qu'on appelle un « effet non monotone »; d'aucuns parlent même plutôt d'un effet inverse.
Uit experimenten blijkt evenwel dat vrij lage concentraties van bisfenol A, die nauwelijks groter zijn dan de concentraties van dihydrotestosteron, de celdelingsfrequentie van menselijke prostaatkankercellen ook lichtjes opdrijven, maar dat dit effect — eigenaardig genoeg — vrijwel verdwijnt bij een hogere concentratie van bisfenol A. Dit noemt men een « niet monotoon effect »; sommigen spreken zelfs eerder van een omgekeerd effect.