L'examen a plus particulièrement porté sur les conséquences, en droit de la filiation, de la suppression de la condition définie à l'article 62bis, § 2, 3°, du Code civil, selon laquelle l'intéressé ne peut plus être en mesure de concevoir des enfants conformément à son sexe précédent.
In het bijzonder werden de gevolgen onderzocht op afstammingsrechtelijk vlak van de afschaffing van de voorwaarde dat de betrokkene niet meer in staat mag zijn om overeenkomstig het vroegere geslacht kinderen te verwekken zoals bepaald in artikel 62bis, § 2, 3°, van het Burgerlijk Wetboek.