Ces contre-indications, précise encore la circulaire, « sont à chercher sur le plan des divers aspects de la réinsertion sociale et du maintien de l'intéressé dans la société; elles concernent plus spécialement la nature de la personnalité de celui-ci, sa prise de conscience de ses responsabilités, ses possibilités d'accueil et de logement, ses moyens d'existence ».
Deze tegenindicaties zijn, aldus de circulaire, te zoeken op het vlak van diverse facetten van de wederinpassing en de handhaving van betrokkene in de maatschappij; zij betreffen meer bepaald de persoonlijkheid van de betrokkene, zijn bewustwording van zijn verantwoordelijkheden, zijn opvang- en huisvestingsmogelijkheden, zijn bestaansmiddelen ».