Il s'agit toutefois ici d'une présomption réfragable, c'est-à-dire que le contribuable peut la renverser en apportant la preuve contraire au moyen d'un ensemble d'éléments probants (par exemple, un bail enregistré à titre d'habitation principale en France avec la preuve de l'acquittement de la taxe d'habitation, un jugement constatant la séparation, des factures de gaz ou d'électricité faisant apparaître une consommation normale, ...).
Het gaat hier evenwel om een weerlegbaar vermoeden, dit wil zeggen dat de belastingplichtige het vermoeden kan omkeren mits hij bewijs levert van het tegendeel aan de hand van een geheel van bewijskrachtige gegevens (bijvoorbeeld een geregistreerde huurovereenkomst wat betreft de voornaamste woonplaats in Frankrijk met bewijs van betaling van de « taxe d'habitation », een vonnis dat de scheiding vaststelt, gas- of electriciteitsrekeningen waaruit een normaal verbruik blijkt, ...).